Reactie ADR Register wet bevordering mediation

PERSBERICHT GLOBAL NETWORK GROUP | ADR REGISTER
27 SEPTEMBER 2016
REACTIE NAMENS ADR REGISTER T.B.V. OPENBARE CONSULTATIE WET BEVORDERING MEDIATION
Download hier onze gehele reactie (35 pagina's | PDF bestand)
ALGEMENE SAMENVATTING EN VISIE
Stel: ADR Register wordt gedwongen tot een ja en nee keuze m.b.t. de invoering van de wet.

ADR Register zegt dan nee. De kern van hetgeen de wet regelt bestaat al of kan zonder wet worden geregeld. De wet levert te weinig toegevoegde waarde en brengt feitelijk niets nieuws. Mediation, mediators en hun cliënten hebben deze wet niet nodig.

En, deze vraag wordt niet gesteld zodat ADR Register kiest voor het ‘ja, onder voorwaarde van’ scenario.
Er lijkt afdoende perspectief om er iets van te maken.

ADR Register ondersteunt de overheid in haar wens wetswijzigingen door te voeren die de positie en de toepassing van mediation binnen het huidige wettelijk kader uitbreiden en/of verstevigen, e.e.a. zoals beschreven in hoofdstuk 7 (artikelen 28 tot en met 34) van de wet. ADR Register is een uitvoeringsorganisatie die de overheid aanmerkt als opdrachtgever en eigenaar van de ‘specifieke inhoud’. Als uitvoeringsorganisatie en opdrachtnemer voert ADR Register de ‘wens’ van de overheid en daarmee dit wetsonderdeel uit.

ADR Register ziet niets in het wettelijk register gevoerd door de overheid zelf. Het is geen overheidstaak. Bovendien heeft de mediationsector zich zelf gereguleerd zodat deze oplossing wordt aangemerkt als ongewenste inmenging binnen de bestaande markt waartegen ADR Register zich juridisch zal verzetten indien het tot deze keuze en uitvoering komt.

ADR Register ziet ook niets in het in de wet vastleggen van competentie criteria voor mediators en de bijbehorende mediation processen. In plaats van opname in de wet pleit ADR Register voor de regeling via Algemene Maatregel van Bestuur zodat per saldo hetzelfde wordt bereikt terwijl de flexibiliteit maximaal blijft. Flexibiliteit is noodzakelijk om in te kunnen spelen op ontwikkelingen en het efficiënt doorvoeren van aanpassingen en verbeteringen; hetgeen bij regeling via wet onnodig tijdrovend en complex is.

ADR Register en MFN bevestigen binnen deze consultatie schriftelijk per gezamenlijke brief aan de minister dat zij beiden op basis van samenwerking bereid en in staat zijn de wet, of de Algemene Maatregel van Bestuur, of een combi van beiden, gezamenlijk uit te voeren en verzoeken tegelijk de minister om als uitvoeringsorganisatie (bewerker) te worden aangewezen. Hiermee wordt recht gedaan aan de door de beroepsgroep zelf tot stand gebrachte en naar behoren functionerende marktordening zodat bestaande structuren in stand blijven en worden ingezet.

ADR Register wenst met de minister tot afspraken te komen over kosten en vergoedingen m.b.t. de uitvoeringsorganisatie. Ook verzoekt ADR Register de minister om de baten voortkomend uit de wet voor een substantieel deel in te zetten t.b.v. de mediationsector en de stimulering van mediation.

Het is een gemiste kans dat de wet geen onderdeel is van een totaal visie, plan en concept m.b.t. mediation. ADR Register pleit ervoor mediation vaardigheden en technieken breed maatschappelijk te integreren in functies, op alle niveau’s, en in de bijbehorende functie-competentieprofielen. Zo ontstaan meer typen mediators en uiteenlopende mediation processen.

Deze benadering borgt dat alle maatschappelijke lagen en organisaties permanent mediation ervaren en toepassen zodat mediation een natuurlijke en logische keuze wordt. ADR Register gelooft niet het verplichten tot mediation; verplichten staat bovendien haaks op een belangrijke kernwaarde van mediation, namelijk de vrijwilligheid.

Bottom-up stimulatie in combinatie met adequate scholing op VMBO, MBO, HBO en WO niveau zal leiden tot een samenleving die meer conflictvaardig en zelfredzaam is waarbij leden van de samenleving begrijpen dat diverse typen mediators en uiteenlopende mediationprocessen bestaan en waarbij zij, in geval van een (aanstaand) conflict, al dan niet met behulp van het voorportaal van conflictcoaching, komen tot de keuze en inzet van de geschikte mediator(s) van het benodigde mediatorstype en mediationproces.

De huidige beroepsgroep zal moeten accepteren dat differentiatie en verbreding de sleutel tot succes en meer werk is, niet het ‘elitiseren’ van de huidige groep en proces.

Insluiting in plaats van uitsluiting. Verbreding in plaats van versmalling.

Deze wet markeert een begin van een nieuw tijdperk waarbij de pioniersfase van 20 jaar mediation in Nederland wordt afgesloten. Als signaal verdient de initiatiefnemer, het voormalige 2e kamerlid en thans minister van justitie Ard van der Steur, hiervoor alle complimenten.

ADR Register richt zich op de toekomst.

Samen met andere mediation organisaties, waaronder MFN en VOiM, en de huidige beroepsgroep is het tijd voor het zetten van ‘the next step’.

20 jaar pionieren met mediation heeft opgeleverd dat door de huidige beroepsgroep een perfect penthouse is gebouwd met alles erop en eraan. Het is nu tijd om naar de onderliggende lagen te kijken en deze in te richten en bewoonbaar te maken. Een penthouse is pas een penthouse als het hele gebouw staat, is ingericht en wordt bewoond. Zonder deze lagen stort het gebouw in. Mediation is van de maatschappij en behoort in en door alle lagen te worden ervaren, ingezet en uitgeoefend.

Samen aan het werk. Nu geen woorden meer ….. maar daden!
OVERZICHT CONCLUSIES
Voorbehoud
• Op basis van ontbreken van essentiële informatie is een afgewogen beoordeling van de wet niet mogelijk zodat ADR Register hiervoor nadrukkelijk een voorbehoud maakt.
Zelfregulering heeft gewerkt
  1. De bestaande zelfregulering functioneert naar behoren en voldoet aan de huidige marktvraag.
  2. MINJUS heeft ADR Register niet in de gelegenheid gesteld haar register in te richten in lijn met de binnen justitie geldende opvattingen dan wel eventuele naar de opvatting van de overheid bestaande ‘fouten’ te corrigeren.
  3. De door MINJUS gehanteerde argumenten om in te grijpen in de mediation sector en een nieuw wettelijk register in te stellen falen.
Geen overheidstaak
  1. Het voeren van een kwaliteitsregister is geen taak voor de Nederlandse overheid. Er is geen aanleiding voor overheidsingrijpen in de reeds bestaande zelfregulering binnen de mediationsector.
  2. ADR Register wijst een nieuw wettelijk register naast de bestaande private registers af.
  3. Voor ADR Register is niet aanvaardbaar dat de uitvoeringsorganisatie zoals bedoeld in de wet in handen komt van een partij buiten de mediation sector of door de overheid zelf wordt gevoerd.
  4. ADR Register en MFN bieden de minister via een samenwerkingsverband aan de uitvoeringsorganisatie van de wet te vormen.
  5. ADR Register verwacht van de minister dat de uitvoeringsorganisatie aan de samenwerking ADR Register / MFN wordt toegewezen.
  6. De achterliggende perikelen tussen ADR Register en MINJUS m.b.t. de erkenningsaanvraag t.b.v. faciliteit gefinancierde rechtsbijstand mogen geen belemmering vormen voor samenwerking m.b.t de wet.
  7. ADR Register laat het verleden het verleden, richt zich op de toekomst, wenst en verwacht een volwassen rol in de uitvoering van de wet en zet hiertoe de noodzakelijke stappen.
MINJUS kwaliteitsborging mediators, tolken, vertalers faalt
  1. De huidige door MINJUS zelf ingestelde systemen voor kwaliteitswaarborging van de deelgroep rechtbank mediators en de groep beëdigde tolken en vertalers functioneren niet naar behoren als direct gevolg van de interne oppositie binnen het eigen justitieel uitvoeringsapparaat waardoor de ‘inschrijfvoorwaarden mediation’ en de ‘wet beëdigde tolken en vertalers’ niet correct worden toegepast en uitgevoerd.
Bevordering mediation
  1. Op geen enkele manier wordt duidelijk of en hoe deze wet mediation bevordert.
  2. ADR Register stemt in met hoofdstuk 7 (artikelen 28 tot en met 34 | thema: andere wetswijzigingen) van de wet.
Zo beoordelen mediators de wet!
  • 60,84% beoordeelt de wet als slecht tot matig.
  • 75,40% is van mening dat het geen overheidstaak is om als overheid zelf het register te voeren.
  • Een meerderheid wenst een samenwerking tussen ADR Register / MFN waarbij beiden, naast de eigen registers, gezamenlijk de wettelijke uitvoeringsorganisatie vormen. De optie scoort 50,42% als 1e keuze en 38,66% als 2e keuze.
  • Indien ADR Register en MFN niet tot een dergelijke samenwerking kunnen of willen komen, dient de wettelijke uitvoeringsorganisatie OF bij ADR Register OF bij MFN te komen, naast de eigen registers van beide organisaties. Deze optie scoort 27,83% als 1e keuze en 40,87% als 2e keuze.
  • Er is geen draagvlak voor de uitvoering van de wet door de overheid zelf waarbij de bestaande partijen ADR Register en MFN zijn uitgesloten voor de uitvoeringsorganisatie. Uitvoering door de overheid zelf scoort 16,81% als 1e keuze en 6,19% als 2e keuze.
  • Er bestaat nauwelijks bereidheid tot het betalen van 1-malige kosten (aanmeldingskosten) voor het wettelijke register. Niet bereid tot het betalen van 1-malige kosten is 10,24% terwijl 45,67% bereid is tot 100 euro 1-malige kosten te accepteren.
  • Ook bestaat nauwelijks bereidheid tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage voor het wettelijke register. Niet bereid tot het betalen van de jaarlijkse bijdrage is 14,40% terwijl 46,40% bereid is tot 100 euro als jaarlijkse bijdrage te accepteren.
  • Binnen het huidige marktaanbod van opdrachten bestaat geen draagvlak voor het sterk verhogen van de onderhoudseisen voor mediators. Als haalbare en aanvaardbare onderhoudseis 'jaarlijkse uitgevoerde mediations' scoren 'minder dan 10 mediations per jaar' met 43,31% en 'tussen 10 en 20 mediations per jaar' met 39,37%.
  • Mediators verwachten niet de invoering van de mediationwet leidt tot meer werk en een grotere opdrachtenmarkt. 62,99% verwacht dat de wet geen effect heeft terwijl 9,45% zelfs verwacht dat de wet tot minder werk leidt tegen 14.17% die juist meer werk verwacht.
  • De huidige opdrachtenmarkt voor mediators is klein. 34,92% doet minder dan 5 mediations per jaar, 22.22% tussen de 6 & 10 mediations per jaar, 8,73% tussen de 11 en 15 mediation per jaar, 3,97% tussen de 16 en 20 mediations per jaar, tegen 3,17% meer dan 50 mediations per jaar.
  • De invoering van de wet is aan te merken als een directe ingreep in de bestaande markt. 37,84% geeft aan de registratie bij ADR Register en/of MFN te beëindigen indien wordt geregistreerd in het wettelijke register als beëdigd mediator.
  • Mediators bij ADR Register en/of MFN zijn weliswaar sceptisch over de wet - zie hierboven - echter lijken toch te kiezen voor een extra 'pet' aan de kapstok. 60,17% geeft aan zich aanvullend als beëdigd mediator te zullen registreren terwijl 32,20% aangeeft zich juist niet aanvullend te registreren als beëdigd mediator.
  • De respondenten vertegenwoordigen breed de gehele markt. 78,74% heeft een geldige registratie bij ADR Register. 38,58% heeft een geldige registratie bij MFN. Voormalige ADR Register en MFN mediators zijn ook vertegenwoordigd, namelijk 5.51% ADR Register en 13,39% MFN. Beroepsorganisatie Nmv scoort 30,71%.
OVERZICHT AANBEVELINGEN
Algemeen
  1. Koppel in Nederland mediation technieken en vaardigheden aan opleidingsprofielen binnen het gehele onderwijspallet, dus van VMBO tot WO.
  2. Stel zeker dat naast de al betrokken WO en HBO instellingen ook de VMBO en MBO instellingen, regionale opleidingscentra (ROC) en dergelijke worden betrokken.
  3. Zet samen met werknemers- en werkgeversorganisaties een proces in werking dat leidt tot het t.b.v. specifieke functies, op alle niveau’s, dus van VMBO tot HBO, opnemen specifieke mediation competentie vereisten als onderdeel van functieomschrijvingen.
  4. Beschrijf hoe mediation op al deze niveau’s kan worden uitgevoerd en genereer draagvlak voor de uiteenlopende, en onderling verschillende, mediation processen.
  5. Faciliteer de totstandkoming van een matrix waaruit blijkt welk type mediator welk type mediationproces voert ten behoeve van welk type conflict zodat in 1-oogopslag duidelijkheid bestaat en juiste keuze gemaakt kan worden.
  6. Benoem en draag uit dat als effect van het voorgaande mediation een vaste en vertrouwde waarde wordt binnen en t.b.v. alle maatschappelijke lagen, geledingen en organisaties zodat mediation een natuurlijke vrijwillige keuze wordt i.p.v. een opgelegde verplichting.
  7. Laat een substantieel van de op basis van de wet te realiseren besparingen terugvloeien naar de mediation sector ten behoeve van flankerend beleid en ondersteuning.
Inhoudelijk m.b.t. het register
  1. Schrap de hoofdstukken 2 tot en met 6 (artikelen 2 tot en met 27), benoem in een enkel artikel dat deze aspecten worden geregeld via een algemene maatregel van bestuur inclusief de benoeming van de samenwerking ADR Register / MFN als gezamenlijke uitvoeringsorganisatie.
  2. Indien 1 niet wordt gevolgd:
    1. Artikel 2: helder dient te zijn dat de bestaande organisaties ADR Register / MFN als bewerker dienen te worden aangewezen en dat ‘niet zomaar’ een buitenstaander deze taak kan verwerven;
    2. Artikel 3 - 13: adopteer hier de bestaande structuren. Deze passages zijn de facto exact wat de sector zelf heeft geregeld en voegt dus niets toe.
    3. Artikel 16: benoem z.s.m. een kwartiermakercommissie die als voorlopige commissie kan optreden en alle noodzakelijke zaken kan voorbereiden, waaronder nadrukkelijk mede begrepen het opstellen van een overgangsregeling voor bestaande mediators.
    4. Artikel 36: deze bepaling zeker niet in de wet thuis, maar wel in de AmvB. Daarnaast dient hier via een overgangsregeling aansluiting te zijn gerealiseerd voor bestaande full certified mediator (ADR Register) en registermediators (MFN).
    5. Artikel 38 lid 2: Ongelukkige, ongewenste en overbodige keuze. Hiermee is de wet in het 1e jaar van invoering een tandeloze tijger en wordt geformaliseerd dat de huidige ongewenste situatie van uitsluiting van andere mediators dan MFN mediators voortduurt. Dit is temeer ongewenst omdat deze situatie – zoals uitgebreid gemotiveerd in deze notitie – feitelijk ‘failliet’ is zodat niemand weet waar hij / zij aan toe is waardoor een grote mate van rechtsongelijkheid bestaat. Zie ook ad 2.c en 2.d.: indien een goede voorbereiding wordt toegepast die per direct aanvangt, kan bij de invoering ‘alles’ zijn geregeld zodat een ‘pauze’ van een kalenderjaar achterwege kan blijven.
Inhoudelijk m.b.t. algemene wet bestuursrecht
Artikel 3:45 lid 1 wordt gewijzigd in:
Indien tegen een besluit bezwaar kan worden gemaakt of beroep kan worden ingesteld, dan wel kan worden verzocht om mediation, wordt daarvan bij de bekendmaking en bij de mededeling van het besluit melding gemaakt.

Lid 2 wordt gewijzigd in:
Hierbij wordt vermeld door wie, binnen welke termijn en bij welk orgaan of mediator, bezwaar kan worden gemaakt, beroep kan worden ingesteld, of kan worden verzocht om bemiddeling door middel van mediation.

Artikel 3:47 wordt onder vernummering van de leden 3 en 4 tot 4 en 5 een nieuw artikellid 3 ingevoegd:
3.
Indien bij de totstandkoming van het besluit geen mediation is toegepast wordt vermeld wat daartoe de redenen zijn geweest.

In artikel 10:3 derde lid Awb ligt een mandaatverbod besloten dat de persoon die het primaire besluit heeft genomen niet ook het mandaat kan hebben om op een eventueel bezwaarschrift te beslissen. Ter voorkoming dat de functie van bezwaar en beroepsmedewerker in de praktijk met de functie van (beëdigd) overheidsmediator door elkaar gaat lopen is een nieuwe redactie wenselijk.

Voorstel:
Mandaat tot: (1) het beslissen op een bezwaarschrift, of (2) op een verzoek als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, dan wel (3) het bemiddelen tussen bestuursorgaan en belanghebbende na een daartoe strekkend verzoek, wordt niet verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.